Piet Franke: Over redenen, rollen en resetten van de rebel.

Nadat ik het boek ‘Rebel met een reden’ van Jos van der Horst had gelezen ben ik met vakantie naar Puglia gegaan. Een wel erg letterlijke invulling van het advies dat van der Horst met zijn boek heeft, nl. ‘om jou te bewegen naar een betere, een leukere plek te gaan.’ Zijn compacte boek is echter geen vakantiereisgids maar een wegwijzer in de complexe wereld van veranderingen in de non-profit sector.

 

Het is vlot geschreven en leest als een trein. Vooral bedoeld voor professionals die zich rebel voelen. Bevlogen en betrokken mensen die ergens voor staan en er voor willen gaan. Met een groot hart, zo mogelijk nog groter verantwoordelijkheidsgevoel en een enorme motivatie. Rebellen zijn er in soorten en maten. Ze ontwikkelen zich vaak als er in een organisatie geen sprake is van een open cultuur waar ruimte is voor andere meningen en ideeën met het gesprek als basis voor actie. Van der Horst deelt de rebellen grofweg in 4 kwadranten in met bijbehorende kenmerken: de pleitbezorger, actievoerder, volger en dwarsligger, die extravert of introvert zijn en samen- of tegenwerken. Zo’n schema is enerzijds handig voor de rebel zelf om te kijken welke herkenning en overeenkomsten hij ziet. Aan de andere kant kan het ook een hulpmiddel zijn voor managers, leidinggevenden en collega’s om zich beter te kunnen verplaatsen in de rebel. Doen ze dat niet dan missen ze kansen.

Die twee perspectieven van de rebel en de manager lopen door het boek heen. ‘Dat is logisch toch’, zou de beroemde rebel Johan Cruijff gezegd hebben. De auteur verenigt immers beide rollen in zich. Hij heeft ooit de sprong van – ongetwijfeld rebellerende – werknemer naar ondernemer gemaakt. Daar wringt het ook een beetje voor sommige rebellen denk ik. 20 jaar geleden was het een andere tijd. De non-profit sector is inmiddels enorm veranderd, met ingrijpende gevolgen op het gebied van werk, inkomen en arbeidsvoorwaarden. Tijdens mijn studie veranderkunde bij Sioo hadden we als motto (ontleend aan Bertolt Brecht): ‘Sta eens even stil, dat is al een hele stap vooruit.’ Dat stilstaan, om je heen kijken, rust nemen om te reflecteren, gebeurt niet, te weinig, of niet goed. Het is immers een dynamische wereld en we moeten verder. Dat mag ik op basis van meer dan 40 jaar werken in het onderwijs wel stellen. Het klopt als de auteur zegt dat de volger het nog het langst volhoudt. Of dat altijd goed is – voor zowel de volger als de organisatie/het onderwijs/de kinderen - is maar de vraag. De uitval/ziekte/burn-out percentages spreken wat mij betreft boekdelen.

De auteur wijdt dan ook twee hoofdstukken aan het ‘terugvinden van jezelf’ en ‘het bepalen van je koers.’ Hij biedt daarin diverse praktische hulpmiddelen als escalatieladder, temperatuur opmeten en het beschrijven van een pitch. Hij geeft adviezen voor een gedegen persoonlijke reflectie. Voor het verbinding maken met je persoonlijke kompas. Deze verander/managementtaal kan wellicht bij sommige rebellen de wenkbrauwen doen fronsen. Maar dit alles is vooral bedoeld om je ‘persoonlijke ontkoppelpunt’ te bepalen: wanneer zeg je ‘nee’ tegen de bestaande slechte situatie en ‘ja’ tegen je eigen gezondheid en geluk. Het citaat over de soep en de ballen is zeker toepasselijk. Dat Lucebert in een bepaalde periode zelf tot over zijn oren in de nazisoep zat illustreert dit maar weer.

Als oud-geschiedenisleraar wil ik wel wijzen op het belang van persoon-, tijd- en plaatsgebondenheid. Deze aspecten zijn bepalend voor welke keuzes je maakt, of kunt maken. Ze zijn van invloed op de wegenkaart die je kiest en de routes die je uitzet. Van der Horst geeft daarvoor een viertal strategieën: van de longvis, de gemobiliseerde tegenkracht, het betere plan tot de weg naar buiten. Uit breinonderzoek weten we hoe belangrijk emoties zijn. Deze emoties kunnen ons flink in de weg zitten. Rebellen, zoals gezegd vaak sterk emotioneel betrokken, zijn bij uitstek professionals die zichzelf kunnen tegenwerken. Resetten, even stilstaan en heroriënteren blijft dus nodig om de weg in te kunnen slaan die voor jou het beste is.

Creëer rust en ruimte, ga met vakantie, adviseert van der Horst. Dat heb ik gedaan en daarmee heb ik even afstand gecreëerd tussen mezelf en mijn werk. Maar zoals bij de meeste rebellen en tal van professionals en managers die ik ken, is mijn werk een wezenlijk deel van mezelf, van mijn bestaan en dus van mijn leven. Leren, ontwikkelen, veranderen, gedrag, brein, dromen, denken en doen, het hoort er allemaal bij. Met een reden. Soms in de rol van rebel, soms als leidinggevende, soms als adviseur, soms als ZZP-er.

Ik kan het boek zeker aanbevelen. Er valt heel wat uit te halen qua kansen, voor de manager maar vooral voor de professionele rebel. Deze handzame handreiking lijkt me zeer geschikt als wegenkaart in het complexe landschap van organisaties en verandering. Al is de kaart nooit het landschap en kom je onderweg - zeker als rebel – allerlei obstakels, wegwerkzaamheden en omleidingen tegen. Reden genoeg om dit boek te lezen en dat kan ook gewoon op vakantie.

Piet Franke MCM